Opslingering van een open gehoorgang
Een gehoorgang kun je zien als een soort half open buis, die bovendien ook nog een bepaalde vorm kent. Net als een orgelpijp door zijn lengte en diameter een bepaalde resonantie krijgt, heeft ook een gehoorgang bepaalde akoestische eigenschappen. Realiseert u zich dat u deze eigenschappen fors gaat beïnvloeden door een oorstukje in een oor te plaatsen. Wij hechten veel waarde aan dit fenomeen.
Door de punt van het REM-slangetje vlak voor het trommelvlies te plaatsen, kunnen we het geluid op die locatie meten. Aan de buitenkant van het oor wordt het geluid gemeten door de referentie microfoon. En het verschil tussen die twee is opslingering door de vorm van de gehoorgang.
Deze meting noemen de Real Ear Unaided Response ofwel de REUR en in versterking gemeten wordt het de REUG genoemd.
Real Ear Unaided Gain (REUG)
Je kunt i.p.v. de output ook het gain verschil meten. Als we de versterking meten praten we over de REUG ofwel de Real Ear Unaided Gain.
Het plaatje hiernaast geeft u een voorbeeld van een REUG-meting.
De plaatsing van de tube
De locatie van de meetprobe in de gehoorgang komt vrij nauwkeurig Het uiteinde van de probe moet rond de 5 tot 6 mm voor het trommelvlies liggen om een goede meting te kunnen verrichten. Als de punt van de tube verder van het trommelvlies af ligt zal dit een afwijking in de weergave van de hoge tonen geven. (Hoe verder de probe van het trommelvlies af gaat hoe minder hoge tonen worden gemeten en zo wordt de meting dus onnauwkeuriger.)